Systemisch werk: Iedereen hoort erbij! Deel 1

In blog 3 heb ik je meegenomen in een stukje systemisch werk over hoe belangrijk het is, dat wij als mens op onze eigen PLEK staan en dat we mogen leren om onze eigen verantwoordelijkheid te dragen. Wellicht is het prettig om dit blog eerst (nog eens) te lezen, alvorens je aan blog 11 begint.
In  blog 11 deel ik een verhaal uit de eigen praktijk, waarin ik duidelijk wil maken hoe mooi de methodiek van het systemisch werken is en hoe we ervoor kunnen zorgen dat de werkelijke oorzaak van een probleem boven water komt en wordt opgelost. Omdat het thema te uitgebreid is om in 1x te vertellen, zal ik in blog 12 verdergaan op dit onderwerp.

Basisprincipes van het systemisch werk.

Systemisch werken is een manier om inzicht te krijgen in jouw eigen plek in een systeem, welk systeem dan ook en je verhouding met de anderen in dat systeem. Het leert je waar belemmeringen zitten en waarom je steeds opnieuw vervalt in bepaald gedrag dat je belemmert in je ontwikkeling en groei.

Voordat we het praktijkvoorbeeld bekijken, wil ik je in het kort kennis laten maken met 3 basiswetten c.q. basisprincipes van het systemisch werk.

  1. De wet van binding. In deze wet wordt gesteld dat iedereen recht heeft op een plek in een systeem (gezin).
  2. De wet van volgorde. Elke plek staat in een rangorde ten opzichte van elkaar. (In blog 3 staat dit uitgebreid beschreven). Het oudste kind komt eerst, dan de volgende, dan weer het volgende kind…enzovoort.
  3. De balans tussen geven en nemen. Geven en nemen dienen evenredig in balans te zijn. Hierin geldt dat ouders geven en kinderen ontvangen. Als kinderen zo’n 21 jaar zijn, worden ze volwassen geacht en veranderd ook de dynamiek van het geven en nemen.

De cliënt beschrijft de symptomen.

In een coaching sessie vertelt een cliënt vooral in eerste instantie een aantal symptomen waar het last van ondervindt. Ik noem er een aantal die werden genoemd in het praktijkvoorbeeld:

  1. Ik kom niet toe aan mijn eigen werk. Ik heb het druk met het werk van anderen;
  2. Ik ben enorm snel moe en kan me niet goed concentreren;
  3. Ik heb voortdurend conflicten op het werk;
  4. Ik voel me boos en geïrriteerd ten opzichte van mijn collega’s en ouders;
  5. Ik heb het gevoel dat ik niet echt van het leven kan genieten enzovoort.

Wat is er zichtbaar en … wat nog niet?

Ze nam tegenover mij plaats. Ik keek haar aan en maakte verbinding met haar. Haar ogen stonden flets en grote donkere wallen waren zichtbaar onder haar ogen.  Met verdrietige ogen keek ze mij aan. Ze vertelde dat ze jarenlang in behandeling was geweest bij diverse psychologen, maar dat ze niet het gevoel had veel wijzer te zijn geworden. Nu wilde ze eens kijken wat coaching haar kon bieden. Haar lichaam hing wat onderuit in de stoel en haar hoofd stond wat opzij als ze antwoord gaf op de vragen die ik stelde.

Ik voelde in mijn lichaam de enorme vermoeidheid van haar. “Waarvan ben je zo moe?" vroeg ik haar. Ze deed plotseling haar hoofd omhoog en ging rechtop zitten. “Hoe weet jij dat ik zo moe ben?” vroeg ze. Ik deelde met haar wat ik voelde in mijn lichaam en ze zei op lacherige toon: ”Ja, hier heb je wel een dingetje. Jeetje, dat jij dat zomaar kan voelen”, zei ze verbaasd.
In het gesprek wat volgde vertelde zij mij dat ze gek werd van alle vragen die collega’s aan haar stelde. “Ik kom niet aan mijn werk toe als iedereen aan mijn kop zeurt”, zei ze op een geïrriteerde toon. “Ik voel me leeg en heb het gevoel dat ik het nooit genoeg doe”, vervolgde ze haar verhaal. Ik knikte vol begrip en meteen vervolgde zij haar verhaal.
In haar leven had ze zichzelf aangeleerd om geen Nee te mogen zeggen als een ander iets aan haar vroeg. Dat betekende in de praktijk, dat ze vooral veel bezig was voor een ander en niet toekwam aan haar eigen werk. Om toch te zorgen dat het werk af kwam, nam ze haar laptop ’s avonds mee naar huis, zodat ze het werk wat niet af was, alsnog af kon maken. Dit deed ze inmiddels ruim twee jaar op deze manier. Hulp vragen kwam in haar woordenboek niet voor. Zij was er stellig van overtuigd dat alleen zij dit werk kon verrichten. Naast de vermoeidheid was vooral de boosheid en gekwetstheid van haar voelbaar en hoorbaar voor mij. Ze mopperde op het bedrijf en op haar collega’s en ook haar ouders kregen de volle laag. “Het zit me tot hier”, gaf ze met haar hand boven haar hoofd aan.

Welke sturing zit er achter het verhaal? Op zoek naar de onbewuste processen.

“Wat maakt het voor jou nog niet zo makkelijk om grenzen aan te geven”, vroeg ik haar.
Een groot vraagteken kwam, als het ware, op haar voorhoofd. “Geen flauw idee”, zei ze weifelend.  “Misschien ben ik bang dat ze me dan niet aardig vinden of zo”, antwoordde ze. “Of misschien vinden ze me dan wel dom, omdat ze denken dat ik het werk niet aankan.” “En is dat WAAR?” vroeg ik verder. Even zag ik verwarring in haar ogen en plotseling kwam er een lach. Ze ging weer rechtop zitten en zei spottend: ”Ik kan het heel goed invullen voor een ander.”
“En stel nou, dat dit is wat ze denken, wat gebeurd er dan?” vroeg ik door. “Dan tel ik niet mee, gaf ze me terug. Dan vinden ze me stom en egoïstisch en willen ze niets met mij te maken hebben.“
Haar ogen sloeg ze neer en een stuk verdriet viel als het ware over haar heen. Opeens zag ik geen volwassen vrouw meer zitten in de stoel, maar een jong meisje. De tranen rolden over haar wangen.
Vanuit mijn ervaring wist ik dat er hier meer aan de hand was en dat de onbewuste processen uit haar systeem van herkomst hier een rol speelden. Hier voelde ik dat deze vrouw waarschijnlijk de dynamiek, van wat we in het systemisch werk, “iemand volgen” noemen aan het ‘leven’ was.

Welke wet wordt geschonden en welke dynamiek wordt er zichtbaar.

Om meer zicht te krijgen waarom deze vrouw eerst het werk ging doen van een ander en daardoor niet aan haar eigen werk toekwam, besloot ik om vragen te stellen over het gezin waar ze uit voort kwam. Ze vertelde dat ze uit een gezin kwam van vier kinderen. Zij was kind nummer 3 uit een gezin van 4 kinderen. “Mijn ouders leven nog, maar die leven vooral langs elkaar heen en daar heb je niets aan”, vertelde ze op een boze toon.
In de vragen die ik daarna stelde werd me duidelijk dat er in dit systeem iets tragisch was voorgevallen. De moeder had een miskraam gehad na de zesde maand. Dit was gebeurd voordat deze vrouw (de cliënt) geboren was. Het doodgeboren kindje zou een meisje zijn geweest. Haar ouders wilden er niet over praten en zo werd er in dit gezin een diep geheim bewaard.
De miskraam maakte opeens voor mij een hoop duidelijk waarom deze vrouw in het dagelijks leven zo’n moeite had om haar eigen Plek in te nemen en zich bezig te houden met haar eigen Taak.

De wet van binding: Iedereen heeft recht op een plek en niemand mag uitgesloten worden.

In een vervolgsessie besloot ik om haar gezin van herkomst op te stellen. Ik gebruik daarvoor houten poppetjes. (Je kunt bij blog 3 zien hoe die poppetjes eruit zien). Ze gaf haar ouders een plek en de 4 (levende) kinderen. Ik vroeg haar wat haar opviel als ze zo naar haar systeem keek. “Iedereen wil wat van mij", gaf ze aan. “Ik moet voor iedereen zorgen, want dat kunnen ze niet zelf”, ging ze door. Ik keek haar begripvol aan en vervolgde “Hoe voel jij je daar op die plek? vroeg ik haar.
Ze keek strak voor zich uit en begon te huilen. “Ik voel me leeg, onrustig en eenzaam”, huilde ze.
Na een stilte vroeg ik haar: “Is het systeem zo compleet?”. Ik zag de verwarring in haar ogen en ze keek me vragend aan. Ze keek naar de opstelling en zei met grote vragende ogen “Ja”. Wederom liet ik nog een stilte vallen. “Ik mis nog iemand”, zei ik vervolgens. Wederom kwam de verwarring terug en ze telde met haar vingers de verschillende poppetjes…vader, moeder, dit ben ik….dit mijn zus en 2 broers, concludeerde ze. Ik wachtte nog even, maar zag dat ze niet zag wie er ontbrak.
Ik pakte een poppetje en zei tegen haar: ”Dit is het kindje dat na 6 maanden is overleden.”
Met een tedere blik keek ze me aan en pakte het poppetje aan. Ik vervolgde met zachte stem: “Dit is je zus.” Ze keek naar het poppetje in haar hand en wreef met haar andere hand over dit poppetje heen.  Toen keek ze naar mij en ik knikte vol begrip. “Zij hoort er ook bij”, zei ik zachtjes. Ze knikte vanuit een soort trance. Met starende ogen keek ze naar de situatie die voor haar stond.  Met mijn stem haalde ik haar weer terug naar het hier en nu. “Ook ZIJ heeft recht op een plek”, zei ik liefdevol. Ze knikte, maar bleef bewegingsloos zitten met het poppetje in haar ene hand en met haar andere hand bleef ze wrijven over het poppetje. Tranen kwamen nu over haar wangen en haar neus begon vol te raken. Ik reikte haar de doos met tissues aan.  Gedachteloos pakte ze er een tissue uit en snoot haar neus. Het poppetje lag op haar bovenbeen en haar ogen bleven hierop gericht. Rustig bleven we zo zitten en ik zei wederom: ”Ook Zij heeft recht op haar eigen plek.” De verwarring was voelbaar en ze wist niet waar ze dit poppetje nou moest zetten. Haar hand met het poppetje erin reikte naar de tafel waar de opstelling zichtbaar was, maar iedere keer trok ze haar hand weer terug. Na een aantal minuten zette ze het poppetje kordaat neer en kwam er een hele diepe zucht. Ze ging rechtop zitten en keek mij met grote verwachtingsvolle ogen aan. “Is het systeem zo compleet?”, vroeg ik wederom. Ze keek me aan en zei vol overgave en met een diepe zucht: ”Ja, NU is het compleet.”

De diepe zucht als teken van gezondheid.

Het is heel bijzonder om een dergelijke opstelling mee te maken en te voelen welke processen er allemaal spelen.  Als iedereen een plek heeft in een systeem blijkt het altijd weer te kloppen. Veel mensen slaken dan een zucht van verlichting. Ik zie dit altijd als een teken van gezondheid. Ik weet namelijk uit eigen ervaring dat er nu een eerste stuk heling heeft plaatsgevonden. Een systeem komt namelijk pas echt in zijn/haar kracht als iedereen binnen dit systeem een plek heeft gekregen.
In bovenstaand voorbeeld hebben we kunnen zien dat de miskraam geen plek in het systeem had gekregen. Het kindje hoort echter wel meegeteld te worden en heeft ook recht op een plek. Wordt in dergelijke gevallen het kindje niet erkent, dan heeft dat grote gevolgen voor het hele systeem. Je kunt dan zien dat het hele systeem daar last van heeft en niet volledig in zijn kracht staat.  In dit geval was mijn cliënt onbewust enorm verbonden met haar doodgeboren zus, omdat deze geen echte plek had gekregen. Dit wordt magische Liefde genoemd binnen deze methodiek.

Magische Liefde.

In blog 12 zal ik jullie meer vertellen over Magische Liefde en verdere achtergrondinformatie geven. Tevens zal ik ingaan op de vervolgstappen, zodat het systeem hersteld kan worden en er bij de client een diepe rust kan ontstaan.
Ik realiseer me goed, dat dit blog heftig kan overkomen. Mocht je vragen hebben of wil je reageren, weet dan dat je reacties altijd welkom zijn. Je kunt een mail sturen naar joke@jomare.nl.

Boekentip:
Vonken van verlangen. Geschreven door Wibe Veenbaas & Joke Goudswaard.
De wijsheid is voortdurend onderweg. Geschreven door Bert Hellinger.
De verborgen dynamiek van familiebanden. Geschreven door Bert Hellinger.
Stilte in het midden. Geschreven door Bert Hellinger.
Jij hoort bij ons. Geschreven door Marianne Franke-Gricksch.

Ken je iemand kennen die dit blog mogelijk ook interessant zal vinden, voel je dan vrij om het door te sturen!